Vorig jaar interviewde Fien van cult! Amin Srasra, programmator participatie & opkomend talent in Schouwburg Kortrijk. Hij deelt zijn ervaringen en inzichten in de dagelijkse werking rond participatie als centrale factor. We wilden jullie het inspirerend interview als voorbeeld van wat een programmator participatie kan volbrengen alvast niet onthouden.

Je beschrijft jezelf als een programmator die bezig is met participatie?

Ja, bij de Schouwburg in Kortrijk geloven we dat het belangrijk is dat daar iemand gericht op werkt. Wanneer participatie maar een onderdeeltje is van het takenpakket van een programmator kan dat makkelijk verdwijnen in het geheel. Ik vind het goed dat ze er hier vanuit de organisatie een zekere waarde aan hechten door het topic participatie te linken aan één persoon. Ik heb wel nog andere taken, maar hoofdzakelijk focus ik op participatie.

Dus eigenlijk doe je aan artistieke participatie?

Ik zou het omschrijven als een mengeling van de beide waarbij ik effectief programmeer met een focus op participatie. We hebben participatieve kunstenaars die we boeken omdat ze bezig zijn met participatief sociaal-artistiek werk. Daarnaast hebben we ook een volledige bottom-up werking van wat er gaande is in Kortrijk. We vragen waar er nood aan is en proberen er als instituut een antwoord op te formuleren en zo impact te genereren.

Over welke projecten gaat dit zoal?

Soms programmeren we activiteiten. Daarvoor zoeken we kunstenaars die een zekere bereidwilligheid bezitten om participatief aan de slag te gaan in hun kunstvorm. Dat kan een theaterstuk maar ook een wandelroute of installatie zijn. En aan de andere kant moet het ook echt van de mensen zelf komen. Zo hebben we een theatertraject gedaan met voornamelijk vrouwen met een migratie-achtergrond. Ze wilden theater maken, maar wisten niet hoe. Dan komen wij in de picture en onderzoeken we wat we voor hen kunnen doen. Oké, ze hebben een veilige ruimte nodig want het zijn hoofdzakelijk vrouwen, ze zoeken ook een regisseur, een repetitiemoment, budget. Dat coördineer ik dan. Ik vind het noodzakelijk dat die visie vanuit de Schouwburg op dat onderdeel ook nadruk legt.

Hoe ben je aangeworven in deze functie?

Ze zochten oorspronkelijk een programmator participatie. Mijn functieomschrijving is op dit moment wel al veranderd. Ik hou me bezig met participatie, maar ook met bijvoorbeeld opkomend talent aangezien dat ook deels participatief is. Ik wou graag de termen ‘programmator’ en ‘participatie’ loskoppelen van elkaar omdat ik vind dat dat nog net een andere manier van omgang is, een andere manier van handelen naar jongere makers toe. Zo ondersteun ik ook mijn collega Mijke in de programmatie van dans-, theater- en schoolvoorstellingen. We zijn met de programmatoren echt een team op dat vlak, we proberen samen te werken om te zien wat er allemaal haalbaar is.

Is participatie bij iedereen aanwezig?

Tijdens mijn eerste werkjaar had ik het erover met mijn leidinggevende. Ik vond het raar dat ik een programmator participatie was. Eigenlijk zou iedere programmator daar toch mee moeten bezig zijn? Ook tijdens het artistiek overleg stelde ik vragen als: ‘wat ben jij aan het doen?’ ‘Hoe kan dat nuttig zijn voor mij?’. Nu zijn we aan het evolueren naar een team programmatoren die allemaal participatief bezig zijn.

Was er vroeger weerstand bij het implementeren van participatie?

Helemaal niet, het feit dat er vraag was naar een programmator participatie en dat het vandaag nog steeds bestaat, wil zeggen dat je dit als cultuurhuis heel belangrijk vindt.

Zodat het geen doelstelling op zich wordt?

Als we als team communiceren is iedereen daarin mee. Soms moet je wel nadenken over de manier waarop je het brengt, zeker voor het technisch team. Soms is participatie rock & roll en dan kijkt het team eens raar. Nu weten ze al wat hen te wachten staat en is het een enorme meerwaarde dat ze zich zo flexibel opstellen.

Met opkomend talent zijn we een platform aan het uitbouwen waarbij we een digitaal podium voorzien voor jonge makers met mini-videoclips. We posten dat dan op onze socials. Het technisch team vindt dat superleuk omdat het eens een ander medium is. Dat is ook zo voor de nabewerking en opnames. Dat is een hele andere manier van presenteren dan je gewoon bent. Je zorgt voor iets nieuws in het aanbod en gaat je erin verdiepen. Onze sessies stijgen in kwaliteit, ook omdat er in wordt geïnvesteerd. Dat hangt hard af van persoon tot persoon, dat als je erin gelooft, dat je er gewoon voor moet gaan.

Welke eigenschappen moet je hebben als participatiemedewerker?

Ik ben diplomatisch. Ik vind het belangrijk hoe mensen zich voelen rondom mij, zeker mensen waarmee ik samenwerk. Het kan zijn dat je het project uitlegt en dat de ene persoon denkt dat het een andere richting uitgaat dan oorspronkelijk bedoeld. Je moet daar echt over praten. Wat is de bedoeling? Waar gaat het naartoe? Soms weet ik het niet en dan zeg ik dat ook. Het is trial and error, en niet iedereen staat daar ook voor open. Dingen opleggen, daar ben ik geen fan van.

Wij werken echt bottom-up, behalve dan bij de dingen die we expliciet niet kunnen. Bottom-up werken is ook tijdrovend, energierovend, outreachend werken. Ik heb ook ‘maar’ een fulltime. Mijn collega’s ondersteunen mij, maar ik ben wel ‘Amin van de Schouwburg die projecten start’. Fijn dat ik binnen mijn job bruggen kan bouwen en partnerschappen kan creëren.

Wat bedoel je met outreachend werken?

De voorbije jaren heb ik geleerd dat het belangrijk is om een gezicht te geven aan een instituut. Bijvoorbeeld bij het project van vrouwen met een migratie-achtergrond was het heel gemakkelijk: ik had gevraagd aan de vereniging die de vraag gesteld had om eens allemaal samen te zitten. In het begin waren de vrouwen heel gesloten, daarna leerden ze mij kennen. Dat is een soort vertrouwensband creëren en dat bedoel ik met tijdsintensief: niet één keer, niet twee keer, maar echt drie keer en ook die repetities meevolgen.

Hoe zag dat traject er precies uit? Is er iemand van die groep naar de Schouwburg gestapt?

Ingrid van A’KZIE vzw zocht naar een organisatie die met deze groep vrouwen aan de slag wou gaan. Ik kwam luisteren en deed onderzoek naar wat ze nodig hadden en hoe we alles zouden aanpakken. Daarna deed ik het werk ‘behind the scenes’ en keerde ik terug naar hen met voorstellen.

Is dat project dan deel geworden van de programmatie?

We hebben het eindproduct opgenomen in ons festival Caring is Sharing, een evenement opgezet met als doel via kunst en cultuur een impact te creëren op de zorgsector. Aangezien de vrouwen specifiek de thema’s racisme en discriminatie wouden aankaarten, viel dat ook onder ‘zorg’. Dan bedoelen we zorg dragen voor elkaar en zorgen dat iedereen zich thuis en veilig voelt. En dat is leuk dat je met kunst ook zoiets kunt realiseren, los van politieke kwesties. Dat maakt het superboeiend voor mij.

Hoe ziet participatie en programmatie er dan uit? Hebben jullie een vraaggestuurde programmatie?

Dat probeer ik nu ook meer en meer te onderzoeken. Er zijn participatieve kunstenaars die gewoon hun werk brengen, daar proberen we steeds een specifieke link te leggen. We hebben ook een LGBTQIA-jongerenwerking. Die is twee jaar geleden opgericht door een stagiaire die de master gender en diversiteit deed en rond dit thema haar masterproef schreef. Daaruit is dan een mini-kerngroepje ontstaan die actief bezig zijn met dingen programmeren. Dat kerngroepje bespreekt thema’s als gender, identiteit, diversiteit, inclusie. Ook dat is participatief want het komt van de jongeren zelf. Weten ze niet hoe ze iets moeten organiseren, kom ik in de picture, maar het komt echt van hen. Vorig jaar organiseerden we de eerste Qace-talks: performances gelinkt aan informatie geven en sensibiliseren. Hopelijk kunnen we dat nu nog eens doen.

Wat is een project of beslissing waar je zelf heel trots op bent?

Dat vind ik moeilijk. Die twee die ik net benoemd heb, sowieso. Ook ons vrijwilligersbeleid is aan het veranderen en dat is voor mij ook participatie. Ik heb al mooie projecten gedaan maar vooral de dynamiek in het team is super. Ik denk dat dat ook participatie is, dat je de mensen meekrijgt bij thema’s als LGBTQ. Dat dingen bespreekbaar zijn, dat mensen weten dat ze niet zomaar ‘transgender’ moeten zeggen maar eerder ‘trans persoon’. Het zit hem soms in de kleine dingen.

Waar zijn nog moeilijkheden in jouw functie? Wat zijn drempels die je nog ervaart?

Sowieso het bereiken van iedereen is altijd de hamvraag. We weten dat we dat niet doen omdat we in ons huis zitten. We hebben nog altijd het elitaire van onze rode pluchen zetels. We proberen daarom ook dingen te doen buiten ons huis. Bereik je daar iedereen mee? Dat vind ik moeilijk. Het wordt ook een beetje verwacht van participatie dat je dat realiseert, maar ik vind dat heftig.

Je wilt graag iedereen meehebben, maar je merkt dat daar grenzen aan zijn?

Ja, inderdaad. Dat je iedereen wil bereiken, dat je iedereen wil laten meegenieten van iets binnen kunst en cultuur. Er moet meer focus zijn op nazorg en natrajecten, maar dat kost ook geld en budgettair is dat niet haalbaar. Nu hebben de vrouwen gevraagd om één keer per maand de balletzaal te gebruiken als danszaal. Ze leggen een anderhalf uur muziek op. Als dat ervoor zorgt dat zij naar hier komen, met plezier! Binnenkomen is genoeg. Of ze dan effectief een voorstelling komen bekijken? We mogen ook niet vergeten dat prioriteiten verschillend kunnen liggen. We bekijken dingen vaak vanuit een bril van een specifieke, witte middenklasse met privileges. Dat is niet voor iedereen evident.

Hoe zou je jouw participatiepraktijken kunnen vertalen naar een niet-stedelijke context?

Dat is een heel moeilijke vraag. Het eerste dat in mij opkomt is iets dat ik gaandeweg ook geleerd heb: het is gemakkelijk om een stem te zijn van de onderdrukten zonder dat die onderdrukten aan tafel zitten. Ik denk dat dat ook van cruciaal belang is bij participatie. Oké, ik ben een activist, feminist, alles erop en eraan. Ik vertrek vanuit die standpunten maar waar zijn de mensen zelf? Die stemlozen zitten niet rond de tafel. Haal er eerst die mensen of doelgroep bij en steek er genoeg tijd in. Als participatiemedewerker initieer je projecten en wat daarna? Die nazorg bijvoorbeeld, die stopt dan. Het is leuker om duurzamer te kunnen nadenken over een project. Ik had dat altijd in gedachten, ik heb nooit gedacht dat bij een project dat het eindig is. Caring is sharing, het is de bedoeling dat dat altijd meegaat.

Mensen die hier in de Schouwburg komen vragen: “Waar is Amin?”. Ik ben dan ergens met een organisatie, een partner of vereniging gaan praten. Ik zit niet vaak aan mijn bureau, ik ben overal en nergens. Om opportuniteiten te zoeken, misschien zijn er wel partners die elkaar missen die je kan linken en zo bruggen bouwen.

Heeft jouw job wat chaos nodig?

Het proces is belangrijk maar voor mij is impact belangrijker. We hebben altijd wel bepaalde visies op doelgroepen en soorten mensen, en dat is verschrikkelijk jammer. We zijn allemaal mensen. We zijn allemaal wel eens verdrietig, kwaad of gelukkig. We zijn allemaal wel eens jarig en het is leuk dat iemand daaraan denkt. Het is ook niet altijd rozengeur en maneschijn, maar ik probeer dat er wel uit te halen.

interview met cult! in najaar 2022
Bron: www.cult.be/nieuws/in-gesprek-met-amin-srasra